Deel 1: 1967 tot 1969
S.V.Heerhugowaard is opgericht op 10 oktober 1967. Voor die tijd had Heerhugowaard de schaakvereniging FIT, maar deze was in het begin van de jaren 60 bij 2 achtereenvolgende branden failliet gegaan. De eerste brand vond plaats op 9 september 1963. Het materiaal was nog opgeslagen (men was nog niet begonnen met het seizoen) in de boerderij van Tromp ( o.a. Piet Tromp was lid) vlakbij de Dionysius-kerk. AI het materiaal ging verloren, maar men schafte weer nieuwe stukken, borden en klokken aan en men kon weer beginnen. Niet lang daarna ging echter ook Heiligenberg, direct tegenover die boerderij van Tromp, in de fik (waarschijnlijk aangestoken) en voor de 2e keer verloor FIT al zijn materiaal. Nu was het definitief gedaan met de club.
Omstreeks het midden van de jaren 60 begon de grote groei van de Waard. Amsterdammer Jaap Sturm kwam toen vanuit Amsterdam naar Heerhugowaard en het bevreemde hem dat er geen schaakclub was. Zelf was hij járenlang lid geweest van het roemruchte ASC, dat in de jaren 20 en 30 met Euwe in zijn gelederen een aantal malen clubkampioen van Nederland was geworden.
Met zijn 75 jaren toog Sturm nog aan de slag om hier een vereniging op te richten en hij vond in Fred van Egmond van de Amro-bank een gelijkgestemde geest.
In oktober van het jaar 1967 was het dan zover. Met een bescheiden aantal van zo'n 10 leden ging men aan de bak in het café van Tinus Jak, voormalig Café de Landbouw (Arie Entius en Annie Zijp) Het was knus maar behelpen daar .Er stond een flipperautomaat en jonge leden zoals Gert Jan Bas en Leo den Engelsman moesten wel eens achter de automaat vandaan geplukt worden om met hun partij te beginnen. Ook werd er gebiljart en werd de rust verstoord door klossende biljartballen.
Leden van het eerste uur waren, naast van Egmond en Sturm, Piet Tromp (van de boerderij) Herman Wuis, Opa Niek Schouten ( ook van FIT) Jan Impink, de bloemenman, Maarten de Haas, Fikkejr. en sr. en de familie Knol van de Middenweg.
Niek Dekker. Piet de Haas en de schrijver dezes, zijn wat later lid geworden.
Sturm was de sterkste van de club. Maar in Niek Schouten en Fikke senior kon hij geduchte tegenstanders vinden. Sturm had een uitgebreide openingsbibliotheek, die hij systematisch in kleine agendaatjes bijwerkte. Zo was hij goed op de hoogte van veel openingsvarianten. Schots-gambiet, Evans-gambiet, Frans, Maccutcheon variant, de Muller-variant van het Italiaans .We hebben het allemaal wel eens samen met hem bekeken. Maar Sturm was ook kundig in de eindspelen. Van toren- en pionneneindspelen had hij wel kaas gegeten.
Minder goed was hij in onoverzichtelijke hakstellingen. Toen we een aantal jaren draaiden kregen we de gebroeders (tweeling) Groenveld op de club. Siem en Gerard. Deze twee natuurschakers schaakten wars van iedere theorie. Met wit waren ze vaak 2x zo sterk als met zwart en ook nam hun sterkte toe naarmate zij het eindspel naderden.
Sturm had hier dan ook een broertje aan dood en aangezien hij zich graag voorbereidde op de partij vroeg hij steevast aan Maarten of Piet de Haas of aan mij, we kwamen zondags regelmatig een potje sparren, wat die Groenveldjes nou zouden spelen als hij dit en dit en dat speelde. Natuurlijk wisten wij het ook niet, want bij hen was iedere zet weer een complete verrassing.
Gerard speelde met wit 1.e4 en 2.Lc4 heel gezond II Toen hij eens een schaakboekje kreeg van iemand over het Engels (1.c4) en deze zet op het bord uitvoerde, keek hij even in gedachten naar de stelling en sprak vervolgens de historische woorden; "Nee, dat kan niet. daar moet mijn loper staan".
De allereerste Interne Competitie werd door Sturm met 6 uit 7 gewonnen.
De eindstand zag er als volgt uit: winst remise verlies
1.J.Sturm 6 uit 7 5 2
2.F. van Egmond 5,5 uit 7 5 1 1
3.N.Schouten 5 uit 7 4 2 1
4.G.L.Fikke sr. 4,5 uit 7 3 3 1
5.P.Tromp 3,5 uit 7 2 3 2
6.P .Knol 2,5 uit 7 2 1 4
7.H.Wuis 1 uit 7 1 6
8.J.lmpink O uit 7 7
In de begin jaren waren we nog niet bij de bond aangesloten, maar al snel speelden wij tegen Opening '64 van Marees en DDM uit het Veldt een dubbelrondige driekamp. Met 10 man een keertje uit en een keertje thuis. Dat was leuk, onze eerste wedstrijdervaring.
Ondanks een nederlaag in de laatste ronde tegen Opening '64 1 (zij speelden met 2 gelijkwaardige tientallen) werd Heerhugowaard toch winnaar dat Ie jaar (seizoen 68-69)
Tegen Opening '64 hebben we ook nog wel eens massakampen gespeeld, dan ging je met een man of 20-22 naar Sint Pancras toe, maar toen we ons eenmaal bij de NHSB hadden aangesloten verwaterde dat toch snel.
Sturm was dus inderdaad de sterkste speler van die beginjaren. In de wintermaanden overwinterden hij en zijn vrouw Lena ('kopje thee Jacob"!?)echter altijd in Spanje en dus moest hij een gedeelte van de Interne Competitie missen. Toen Cees Reerens zijn intrede deed was het definitief gedaan met de hegemonie van nestor Sturm. Met bondswedstrijden werd nog wel eens een beroep op hem gedaan in noodsituaties, maar die vermoeiende reizen naar Petten of Andijk ambieerde hij niet echt meer.
Een invalbeurt in een lager Heerhugowaards team tegen Opening '64 leverde nog een fraaie partij op voor clubblad en krant.
Het commentaar is van Sturm zelf.
Wit: Sirnon Nibbering -Zwart: Jacob Sturm
1.Pf3 Pf6 2.c4 c5 3.Pc3 Pc6 4.e4 d6 5.d4 cxd4 6.Pxd4Lg4? 7.f3 Lh5 8.Le2 Lg6 9.Le3 e6 l0.Dd2 h5 ! "Nu dwing ik hem lang te rocheren". 11.0-0-0 a6 "Ik heb nu twee slechte lopers, met ieder een bewegelijkheid van één veld'. "Welke lopers later mat zullen zetten."Hoe is het mogelijk, het kan verkeren zei Bredero ! ! 12.Pb3 Dc7 13.Lg5 Le7 14.Lxf6 gxf6 15.h3 Pe5 16.Dd4 Tac8 17.Pd2 d5! 18.exd5 b5! 19.cxb5 Dxc3+!! 2Q.Dxc3 Txc3+ 21.bxc3 La3 mat Kanaalmat, noemde Sturm dit mat door de twee lopers. Hij was er maar wat trots op.